Een artikel van Castor van Dillen in de Stentor van 27 september 2023.
De vader van Jan Verstraaten was in de 20 toen hij in een Japans krijgsgevangenenkamp belandde. Nooit had hij het met zijn zoon over de erbarmelijke omstandigheden daar.
Zijn zoon (nu 73) kon het niet loslaten. Nu hij langzaam blind wordt, is hij naar Azië getrokken. Over een vergeten stuk geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. "Hij heeft hier heel veel narigheid meegemaakt."
Jan Verstraaten zit aan de eettafel van zijn appartement op de Zandweerd. Geniet van de rust, van het uitzicht op de IJssel. Hoe anders was dat enkele weken geleden. Plots was de 73-jarige Deventenaar groot nieuws in twee regionale Japanse kranten.
Twee uitdraaitjes van de krantenpagina's liggen voor hem. Wat er precies staat, weet Verstraaten niet. De foto is veelzeggend. Hij legt een bos bloemen tijdens een herdenking bij een monument. Voor hem is het de ultieme herinnering aan een bijzondere reis naar Japan. Na 73 jaar weet de Deventenaar eindelijk waar zijn vader dwangarbeid moest verrichten.
Vader Ton was een van de tienduizenden in toenmalig Nederlands-Indië werkende Nederlanders die in de Tweede Wereldoorlog krijgsgevangen werd genomen door de Japanners. Onder erbarmelijke omstandigheden moest hij werken in een kolenmijn in Mizumaki, in het zuiden van Japan. Tal van Nederlanders kwamen daar om.
Jan Verstraaten - Foto de Stentor 2023, inzet portretfoto: vader van Jan, Ton Verstraaten.
"In ploegen gingen ze de steenkoolmijnen in. Ochtend-, middag- en avondploeg. Zwaar werk. Zeker omdat al die mannen daar niet voor opgeleid waren. Het waren ambtenaren, géén mijnwerkers. En dan moet je opeens 700 meter onder de grond kolen gaan delven."
Nooit vertelde zijn vader erover. "Vond ik heel jammer. Ik miste een deel van zijn geschiedenis, móést het weten. Daarom waren we als kinderen blij dat hij het wel had opgeschreven.
Na zijn overlijden in 2005 kwam dat verslag tevoorschijn, met tekeningen. 'Gelieve dit epos te bewaren', stond erboven."
De familie Verstraaten besloot er een boek van te maken. Ooggetuige, Krijgsgevangen in Indië en Japan werd de titel. In 2008 kwam het uit. Maar daarmee was het boek voor Verstraaten niet dicht. Ook al is hij steeds minder mobiel door een oogaandoening.
"Ik wilde de plekken bezoeken waar mijn vader gevangen zat. Maar op een gegeven moment verstreken de jaren, was ik er niet meer zo mee bezig en dacht: het gaat niet meer gebeuren. Het was prima zo. Toen kwam mijn vriend André Schram een jaar terug met de boodschap: 'Ik ga naar Japan'."
"Hij vroeg of ik het mooi vond mee te gaan, terwijl hij wist dat ik visueel beperkt ben. Maar hij wilde begeleiden. Ik heb met mijn vrouw overlegd, zij zei: 'Dit moet je gewoon doen'. Daar had ze gelijk in. Ik word er niet jonger op en mijn ogen worden niet beter. Dit was een prachtkans."
Verstraaten: "We konden redelijk nauwkeurig nagaan waar de mijn zat, zo'n 200 meter lopen van het kamp." Wat bleek? Er was niets meer van over. "Het was gewoon een kale parkeerplaats, met aan de zijkant een kleine Lawson-supermarkt."
Dat maakte hem niet uit. Eindelijk zag hij waar zijn vader 28 maanden lang gevangen zat. "De emoties kwamen los, het was heel bijzonder. Hier liep mijn vader tachtig jaar geleden in een mijnwerkerspak. Hij leed hier honger, maakte veel narigheid mee."
"Het was mooier geweest als er nog een barak had gestaan of als er een gedenkteken was geweest. Ik was graag naar zo'n mijningang gegaan, maar er was helemaal niets. Het is ook veel te gevaarlijk om dat open te houden. Je zult er maar in lopen en dat het instort."
Verstraaten begrijpt het wel. Voor de Japanners is het een pijnlijke geschiedenis. Zoals de dekolonisatieoorlog in Indonesië in Nederland erg gevoelig ligt. De Deventenaar weet daar alles van. Hij is regelmatig gastdocent op basisscholen. "Oorlog is voor beide kanten vreselijk. Dat heb ik ook in Japan ervaren."
Hij wijst op de atoombommen die Amerika op Japan gooide. Het bleek het slotstuk van de Tweede Wereldoorlog. "Alleen al in Nagasaki zijn tienduizenden slachtoffers gevallen door die atoombom. In één klap. Dat kun je je toch niet voorstellen. Dan is iedereen verliezer."
Door de reis naar Japan ging hij anders kijken naar 'zijn' voormalige vijanden. "De tijd heelt alle wonden, zeggen ze. Ik denk dat dat niet kan. Maar zo ben je er wel mee bezig. Ik heb meer begrip gekregen voor de Japanners. Ik voelde me welkom, overal werd ik hartelijk ontvangen."
Zijn beperkte zicht heeft hem nauwelijks belemmerd. "Er waren wel momenten waarop ik iets niet goed zag. Maar dan vroeg ik aan André of we op een bepaalde plek toch nog wat extra tijd konden nemen."
"De cirkel is nu rond", stelt Verstraaten. Toch kan hij de reis niet helemaal loslaten. De Deventenaar gaat onderzoeken of hij een gedenkteken kan laten plaatsen op de plek waar vroeger de kolenmijn zat.